Heb je vormen en figuren op oppervlakken gezien die er niets mee te maken hebben? Bijvoorbeeld als je ziet dat de wolken als olifanten zijn of dat de toast het gezicht van een vrouw lijkt te hebben. Welnu, de samoeraikrab is een ander goed voorbeeld.
Legenden en voorouderlijke literatuur markeren de volkeren op zo'n manier dat ze vele jaren in de tradities en overtuigingen kunnen blijven. Het verhaal over hoe de samoeraikrab aan zijn naam kwam, bevestigt dit. Leer hier alles wat je moet weten over dit specifieke wezen.
Habitat en fysieke kenmerken
De samoeraikrab of Heike (Heikeopsis japonica) is een soort die inheems en uniek is in de Zuid-Japanse Zee. Hij meet ongeveer 3 centimeter en volgens experts zijn de laatste twee poten aan elke kant verkleind in de vorm van een klauw om voorwerpen te vervoeren.
Het belangrijkste kenmerk is de achterkant van de schaal, waar je de figuur van een menselijk gezicht kunt zien, gevormd door groeven en verhoogde gebieden. Het nieuwsgierige gezicht dat zich erop vormt, lijkt op de agressieve gebaren van de samurai-krijgers van het middeleeuwse Japan.
De Autonome Universiteit van Mexico publiceert een artikel waarin staat dat de ruwheid die we in de schaal zien, te wijten is aan de opstelling van de spieren die erin zitten.
Een goed voorbeeld van pareidolie
Pareidolia is een psychologisch fenomeen waarbij de geest de neiging heeft om beelden en vormen te vormen. Daarom herkennen we figuren in de wolken, in de inktvlekken, op de stammen van de bomen of op welk oppervlak dan ook, zoals de achterkant van de schelp van de Heikekrab.
Verhaal van de samoeraikrab
Volgens astroloog Carl Sagan in zijn Cosmos-serie werd Japan in de 12e eeuw geregeerd door een clan van krijgers genaamd de Heike. Hun ereleider, de keizer van Japan, was een 7-jarige jongen genaamd Antoku en zijn grootmoeder Ni was zijn voogd.
De Heike waren in een lange en bloedige oorlog verwikkeld met de Genji samurai-clan. Beiden claimden een voorouderlijk recht op de keizerlijke troon. Hun beslissende slag was Dan-no-ura op 24 april 1185, waar de Heike werden verslagen.
Toen ze zagen dat deze strijd verloren was, sprongen de overlevenden in zee en verdronken. Volgens de legende besloot oma Ni samen met haar kleinzoon in de oceaan te zinken om niet door de vijand gevangen te worden genomen.
“Onze hoofdstad ligt in de diepten van de oceaan”, zei oma terwijl zij en Antoku onder de zee zonken.
Deze strijd markeerde het einde van het 30-jarige Heike-regime. Hun weinige nakomelingen herdenken elk jaar het leven en de dood van deze krijgers. De vissers zeggen dat ondanks deze nederlaag de Heike-krijgers nog steeds leven op de bodem van de zee in de vorm van krabben, want toen ze in het water zonken, werden ze hierin getransformeerd.

Een mooie hypothese van kunstmatige selectie
Als vissers deze krabben jarenlang in hun handen houden, brengen ze ze terug naar de zee; aangezien Heike krabben niet gegeten worden. Dit zou een herdenkingsgebaar moeten zijn voor de trieste gebeurtenissen van de Slag om Dan-no-ura en de legende.
Volgens bioloog Héctor Arita is dit verhaal een inspiratiebron geweest voor verschillende wetenschappers. Zo schreef Julian Huxley in 1952 een artikel voor het tijdschrift Life, waarin hij naar deze krabben verwijst als een voorbeeld van dieren die op een ander object lijken.
Dit en andere dieren lijken op een object en krijgen voordelen voor hun overleving en voortplanting. Om deze reden houdt de wetenschapper vol dat het verschijnen van Heike-krabben niet aan toeval is toe te schrijven, maar aan een specifieke aanpassing die de voorkeur geniet door selectie gedurende honderden jaren.
De vissers van Japan eten deze krabben niet uit respect voor hun Heike-krijgers.Ze hebben jarenlang vermeden te vissen op degenen die het meest op een menselijk gezicht lijken. Volgens de wetenschapper eten ze alleen de krabben die geen gezicht op hun rug hebben en keren ze terug naar de zee die een samurai lijken te hebben.
Jaren later vraagt Carl Sagan zich af hoe je het gezicht van een krijger op de schaal van een krab kunt laten graveren? Het antwoord is een goed voorbeeld van kunstmatige selectie, mannen zijn degenen die dit gezicht hebben behouden.
Na vele jaren, als gevolg van dit selectieproces door vissers, werden krabben met een gezicht op hun rug talrijker en werden ze de meest voorkomende.
Blijkbaar is de hypothese niet waar
Een analyse van Joel Martin, gemaakt in 1993, bevestigt dat de door Huxley en Sagan voorgestelde selectie niet bestaat, aangezien Japanse vissers zelfs geen samoeraikrabben eten waarin de gezichten van de krijgers niet zijn gegraveerd.
Dit komt omdat ze zo klein zijn dat het niet de moeite waard is om er vlees uit te halen. Dus de vissers brengen de meeste van deze krabben terug naar de zee, niet uit respect voor de oude krijgers, maar omdat ze onsmakelijk zijn.
Krab met de meeste gezichten
De Heike-krab is ongetwijfeld de bekendste van de krabben met een “gezicht”, maar daarnaast zijn er ook andere soorten die een schaal hebben die lijkt op een menselijk gezicht. Enkele hiervan zijn de volgende:
- Paradorippe granulata: Gevonden in de Pacific Northwest van Japan, een andere soort die ook het grimmige gezicht van een samurai-krijger lijkt te hebben.
- Dorippe sinica: ook alleen bekend in Japan, het is een krab met markeringen vergelijkbaar met de reeds genoemde soort.
- Corystes cassivelaunus: Gevonden in de noordoostelijke Atlantische Oceaan, heeft lichte markeringen die ook op een menselijk gezicht lijken.

Als de bovenstaande hypothese juist zou zijn, dan genieten misschien al deze soorten met gezichten ook van dorpen die hen beschermen. Daarnaast zijn er fossielen van krabben gerelateerd aan de samurai waarin ook gezichten te zien zijn. Deze komen uit tijden voor de slag die de Heike verloren, ze zijn zelfs ouder dan de mens.