De zwarte kleermaker: habitat, kenmerken en voeding

De Galathea squamifera of zwarte kleermaker, is een kleine schaaldier die langs de Europese kusten leeft. Hij komt voor van Noorwegen tot aan de Middellandse Zee op een diepte van 20 tot 70 meter. Omdat zijn activiteit voornamelijk 's nachts actief is, is deze soort weinig waargenomen en bestudeerd door mariene biologen. Lees deze regels verder en leer meer over de kenmerken, habitat en voedingsmethoden.

Black Tailor-functies

In het volwassen stadium bereikt de zwarte kleermaker een kleine lengte van 45 millimeter. Het heeft een harde en langwerpige schaal, met kleine dwarsstrepen bedekt met haren.Bovendien is zijn schaal uitgerust met twee stekels achter zijn ogen en nog eens twee in het levergebied van zijn lichaam. Zijn puntige gezicht heeft vier stekels aan elke kant, ideaal voor bescherming tegen roofdieren of aanvallen van soortgenoten.

Aan de andere kant heeft hij vijf paar ledematen, waarvan het eerste paar lange, harde scharen heeft die geen doornen hebben, maar wel kleine knobbeltjes. Evenzo is dit eerste paar 1,5 keer langer dan zijn hele lichaam. Wat de kleur betreft, wordt de zwarte kleermaker gekenmerkt door bruin of donkergroen te zijn, hoewel de jongere exemplaren in meer roodachtige tinten te zien zijn.

In relatie tot zijn gedrag is dit schaaldier nachtdieren, naast dat hij bijna altijd verborgen blijft onder rotsen of tussen rifgrotten. Om deze reden is het voor onderzoekers moeilijk om het te observeren tijdens zee-expedities.

Habitat en voortplanting

De zwarte kleermaker bewoont de Europese kusten van de Atlantische Zee van Noorwegen tot de Azoren in Portugal en de Middellandse Zee. Het heeft een voorkeur voor zand- en steenbodems, in diepten van 20 tot 70 meter. Op dezelfde manier blijft het onder stenen, in grotten of in kleine spleten om te voorkomen dat er op wordt gejaagd. De voortplanting begint in de maanden november tot mei, wanneer de vrouwtjes eieren leggen.

Voeding van de zwarte kleermaker

's Nachts jaagt hij op kleine vissen, wacht geduldig op ze tussen de rotsen en vangt ze met zijn pincet. Daarnaast is het ook een aaseter en heeft het de mogelijkheid om voer op fytoplankton te filteren. Tot de belangrijkste roofdieren behoren de zwarte schorpioenvis (Scorpaena corpus) en de keizerserrano (Serranus atricauda).

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave