De olifantenhouderij in gevangenschap staat voor grote uitdagingen bij het ontwikkelen van bruikbare richtlijnen voor preventieve geneeskunde. Gezondheidsproblemen zijn een grote zorg voor het voortbestaan van deze dieren in broederijen, vooral in die landen waar olifanten in gevangenschap en in het wild in contact komen.
Stress en multifactoriële ziekten die het gevolg zijn van het hanteren (of het ontbreken daarvan) komen vaak voor bij elk dier dat in gevangenschap wordt gehouden, om nog maar te zwijgen van van het risico van infectieoverdracht in fokprogramma's tussen zoölogische faciliteiten.
Preventieve geneeskunde bij olifanten
Begrip "preventieve geneeskunde"
Gezondheid wordt gedefinieerd door de WHO als een toestand van fysiek, mentaal en sociaal welzijn. Dit geldt perfect voor dieren, vooral kuddedieren, zoals olifanten.
Jaren geleden werd gezondheid alleen vanuit curatief oogpunt bekeken, maar tegenwoordig is er sprake van een preventie- en promotieaanpak, die als essentieel wordt beschouwd. Zeker gezien het gemak, in een geglobaliseerde wereld, van de grensoverschrijdende overdracht van ziekten.
Ze hebben ons altijd verteld dat "voorkomen beter is dan genezen", toch?
Preventieve geneeskunde is er een die voorkomt het ontstaan, de progressie en de overdracht van ziekten. Dat wil zeggen, degene die ingrijpt voordat de infectie optreedt, waarbij alle negatieve gevolgen worden vermeden.
Het voorkomen van ziekten bij dieren
Adequate voeding en huisvesting, een geschikte sociale omgeving, krachtige ziektebestrijdingsmaatregelen en andere positieve managementpraktijken bevorderen een goede gezondheid. Slechte hygiëne, slechte voeding, gebrek aan lichaamsbeweging en stress, vatbaar maken voor ziekte.

De kenmerken van een potentieel pathogeen (virulentie, infectiedosis, enz.) en de status van het dier (leeftijd, geslacht, immunologische competentie) zijn bijkomende determinanten.
Zieke olifanten in het wild en in gevangenschap
Wilde dieren in het wild vertonen meestal geen klinische symptomen totdat de ziekte vergevorderd is. Dit "maskeren" van klinische symptomen dient om hen te beschermen tegen roofdieren.
Maar datzelfde, in gevangenschap, diagnose en behandeling door dierenartsen is ingewikkeld. Daarom is het zo belangrijk om, voor zover mogelijk, te voorkomen dat de ziekte optreedt bij dieren die onder deze omstandigheden worden gehouden.
Epidemiologische surveillance
Epidemiologische surveillance bij scharrelolifanten vereist een andere aanpak dan bij het diagnosticeren van ziekten bij een enkel dier.
Routinematige verzameling van epidemiologische basisgegevens moet hand in hand gaan met: een lijst met bekende mogelijke ziekten. Ziekten die infectieuze agentia en omgevings-, ecologische, fysiologische en pathologische factoren kunnen omvatten.
Lichaamsconditie kan ook helpen bij het bewaken van niet-infectieuze ziekten. Bijvoorbeeld honger en ondervoeding. Bij Afrikaanse olifanten, de diepte van de lumbale depressie en de uitstulping van de top van het ilium kunnen worden gebruikt om de lichaamsconditie te beoordelen.
Speciale kenmerken om rekening mee te houden bij infectieziekten
Infectieziekten vereisen verdere evaluatie met behulp van microbiologische, pathologische, serologische en parasitologische technieken. In veel dierentuindieren zijn ze nu onderzoek naar eiwitten die door stress worden gegenereerd. Dit kan een handig hulpmiddel zijn om gezondheidsrisico's op te sporen.
Hoe moet men handelen bij een uitbraak van een ziekte in een kudde olifanten?
In landen als India, waar zo veel belang wordt gehecht aan olifanten, is er een Wildlife Protection Act. Deze wet verplicht tot het vaccineren van gedomesticeerde runderen binnen een straal van 5 km rond beschermde gebieden. Dit voorkomt infectieziekten zoals: miltvuur of mond- en klauwzeer die zich verspreidt naar dieren in het wild.
Bij een uitbraak van een besmettelijke ziekte kan het nodig zijn om te vaccineren om besmetting van andere personen te voorkomen.

En hoe kan ik preventieve geneeskunde toepassen in mijn dierentuin?
In de eerste plaats is het belangrijk om de gezondheidsstatus en de prevalentie van ziekten vast te stellen van de dieren die we in ons centrum gaan introduceren. Om deze reden wordt aanbevolen om voorafgaand aan het verplaatsen en het toepassen van epidemiologische surveillance studies uit te voeren.
Misschien wel de meest effectieve maatregel is: quarantaine. Dat wil zeggen, isoleer gedurende een bepaalde periode de dieren die nieuw in de faciliteiten aankomen voor het geval ze enige vorm van verborgen pathologie vertonen.
Het bijhouden van de gezondheidsgegevens van onze dieren helpt ons en degenen die verantwoordelijk zijn voor de dierentuinen waarmee we uitwisselingen doen.